Tennis spelregels

Uit of in? Tiebreak? Game, set, match? Op deze pagina vind je een handig overzicht met de tennisspelregels. Handig voor als je precies wil weten hoe het zit.

De baan

De tennisbaan is 10,97 meter breed en 23,77 meter lang. Een tennisbaan kan verschillende ondergronden hebben. Bij ons kun je tennissen op kunstgras. De tennisbaan wordt verdeeld door een net. Aan beide zijkanten vind je een extra baan, de tramrails. De tramrails tellen alleen mee tijdens het dubbelspel. Aan beide kanten van het net zijn er twee servicevakken, het linker- en rechter servicevak. De achterlijn wordt ook wel de ‘baseline’ genoemd.

Serveren

Bij het serveren moet je achter de baseline staan. Je begint aan de rechterkant van het middenmerk en serveert diagonaal. Als de rally is afgelopen, serveer je vanaf de linker, andere kant van het middenmerk. Je mag zelf weten waar je precies gaat staan, zolang je maar diagonaal serveert. Als je vanaf de rechterkant serveert moet de bal dus in het rechterservicevak van jouw tegenstander komen. Serveer je vanaf de linkerkant dan moet de bal in het linkerservicevak komen.

Bij de service mag de bal het net niet raken. Als de bal het net raakt en wel in het juiste servicevak belandt, dan is het een let of netservice en mag je opnieuw serveren. Als je de bal in het net slaat of niet in het juiste servicevak, dan noem je dit een eerste fout. Sla je de bal een tweede keer uit? Dan gaat het punt naar de tegenstander.

Bij tennis wissel je na elke game van service. Over het algemeen is degene die serveert in het voordeel. Win je de game terwijl je niet serveert, dan heet dat een break.

Puntentelling

Je begint een wedstrijd door te loten wie de eerste servicebeurt heeft. Dat gebeurt over het algemeen door het racket verticaal rond te draaien, als een tol. Je spreekt dan van te voren af wie bij welk resultaat begint met serveren.

Bij tennis speel je games en sets. Een game win je door vier punten te winnen. De puntentelling gaat als volgt: 15 – 30 – 40 – game. Bij de stand 40-40 speel je een deuce.

Deuce

Bij een deuce moet je twee opeenvolgende punten maken. Als je het eerste punt wint, dan heb je voordeel. Scoor je vervolgens het tweede punt, dan win je de game. Verlies je het tweede punt? Dan verlies je het voordeel en speel je deuce overnieuw. Degene die als eerste 6 games heeft, wint de set. Dit moet echter met twee games verschil. Een score van 8-6 in games kan niet, bij een stand van 6-6 speel je namelijk een tiebreak.

Tiebreak

De tiebreak is een speciale game die ervoor zorgt dat sets niet eindeloos kunnen duren. De tiebreak procedure:

  • De speler die aan de beurt was met serveren, serveert vanaf rechts voor het eerste punt.
  • De tegenstander serveert vervolgens vanaf links voor het tweede punt en vanaf rechts voor het derde punt.
  • In de dubbel hou je de volgorde van de serveerders aan zoals die in de set was.
  • Daarna serveer je telkens voor twee punten; eerst vanaf links en daarna vanaf rechts.
  • Je telt de punten gewoon als 1,2,3 enz.
  • Degene die als eerste 7 punten heeft met twee punten verschil wint de set met 7-6.
  • Om de 6 punten wissel je van helft Ook tiebreaks kunnen lang duren!
  • Als je bent begonnen in de tiebreak, begint je tegenstander in de volgende set.

Best-of-three De meeste wedstrijden worden ‘best-of-three’ gespeeld. Wie het eerste twee sets heeft gewonnen, wint de wedstrijd. Om de wedstrijden niet te lang te laten duren wordt soms geen 3e set gespeeld maar een "Super tiebreak", deze gaat tot de 10.