Tennis techniek en slagen

Tennis is een technische sport, waarbij het belangrijk is alle slagtechnieken goed te beheersen, maar ook om ze consequent goed toe te passen om een tegenstander onder druk te zetten.

De belangrijkste slag technieken bij tennis zijn de volgende:

  • Service - de opslag (normaal gesproken bovenhands) waarbij snelheid, richting en effect wordt gegeven en de bal in het servicevak van de tegenstander behoort te komen.
  • Forehand - een slag met de handpalm naar voren en een open houding.
  • Backhand - een slag met de rug van de hand naar voren en het racket voor je lichaam langs, in een compactere houding (kan ook goed dubbelhandig).
  • Topspin - een bal met effect en snelheid naar voren (kan zowel backhand als forehand worden gespeeld).
  • Slice - terugdraaiend effect aan de bal (ook zowel backhand als forehand te spelen).
  • Lob - een hoge bal over het bereik van de tegenstander heen.
  • Volley - een uit de lucht opgevangen bal zonder dat deze stuitert. Vaak aanvallend vlak bij het net.
  • Stroke - een lange basisslag over het gehele speelveld.
  • Dropshot - een slag die zo kort mogelijk achter het net wordt gespeeld zonder te veel te stuiteren.
  • Smash - slag waarbij een hoge bal met veel snelheid wordt gespeeld, bijna als bij een serviceslag.
  • Drive - normale slag van een bal zonder dat deze eerst stuitert op de eigen speelhelft.